Ook de dood wast niet meer wit
Wat bood een crimineel tot voor kort de garantie dat zijn duister verworven kapitaal werd witgewassen? Z’n overlijden. Die postume zekerheid is verdwenen, nu de Hoge
Raad heeft besloten dat erfgenamen van een misdadiger de nalatenschap moeten melden
bij justitie.
Vrij Nederland, 4 november 2006
Door Marian Husken en Harry Lensink
Criminele erfenissen
Sterven. Het is natuurlijk geen optie die een crimineel vrijwillig kiest. Maar
gezien de hoge mortaliteit in de onderwereld doet de situatie zich toch vaker dan
gemiddeld voor. Het kapitaal van een geliquideerde topgangster was tot voor kort
onbereikbaar voor Fiod en Openbaar Ministerie. Juridisch was het onmogelijk om
beslag te leggen. Een schrale troost voor de nabestaanden.
Die troost is er niet meer. Sinds 5 september 2006 is ook de erfenis van een
crimineel besmet. Op die dag bepaalde de Hoge Raad dat wie weet of had kunnen weten
dat het geërfde vermogen uit misdrijf afkomstig is, dat ‘onverwijld’ moet melden bij
justitie. Anders kan de erfgenaam worden vervolgd voor witwassen.
Dat geldt overigens niet voor zeer jeugdige minderjarigen, oordeelde de Raad. Maar
voor andere erfgenamen is het dus oppassen geblazen alvorens zij een nalatenschap
aanvaarden.
Deed paps vroeger in drugs, dan kan moeder, zoon of dochter na zijn dood worden
vervolgd voor het witwassen van het uit misdrijven verkregen vermogen.
Eerder schreef Vrij Nederland (12 augustus 2006, zie ook www.vn.nl) over de
criminele erfenis van de in 1993 vermoorde Michael Vane. Deze relatief onbekende
crimineel heeft volgens justitie begin jaren negentig geld witgewassen voor de
organisatie van godfather Klaas Bruinsma.
Begin deze eeuw dook een deel van Vanes nalatenschap op in Zwitserland. Dat geld
werd daarna onder andere geïnvesteerd in Amsterdams vastgoed. Inmiddels zijn de
betreffende panden verbeurd verklaard door de rechter.
‘Het is heel vreemd allemaal. Hoezo zou de erfenis van Vane besmet zijn?’ zegt Joost
Rammelt, de advocaat van Vanes moeder. Zij wordt verdacht van witwassen en zal
strafrechterlijk worden vervolgd. ‘Bij zijn leven is nooit het bewijs geleverd dat
Michael betrokken was bij criminele activiteiten,’ vervolgt Rammelt. ‘Vane was niet
getrouwd, maar had zijn kind wel officieel erfgenaam gemaakt. Toen Vane werd
vermoord, was het jongetje vijf of zes jaar. De moeder van Michael heeft toen voor
haar kleinkind de erfenis moeten aannemen en het geld moeten beheren. Het is toch
heel raar dat zij die aanname nu na al die jaren voor de voeten krijgt geworpen?’
Er zijn meer besmette potten met goud. Wat te denken van het kapitaal dat de op 1
november 2005 vermoorde topcrimineel John Mieremet heeft nagelaten? We leggen het
voor aan André Beckers, de advocaat van Ria Eelzak, die samenwoonde met Mieremet.
‘Mijn cliënte en haar kinderen wonen niet in Nederland,’ zegt Beckers. ‘Bovendien
was Eelzak niet getrouwd met de vader van haar kinderen. Er is dus ook geen
testament waarin zij voorkomt. Daarnaast was Mieremet allang geen Nederlands
onderdaan meer. Hij stond officieel ingeschreven in het buitenland. Eerst in
Ierland, daarna in Thailand. Daar wilde hij ook gaan wonen.’ Bij deze familie is
kennelijk goed nagedacht over het financiële leven na de dood.
Erven Endstra
Een andere liquidatie met een staartje is die van Willem Endstra, bijgenaamd ‘de
bankier van de onderwereld’. Endstra liet na zijn dood op 17 mei 2004 een
miljoenenbedrijf na, gevangen in een wirwar aan vennootschappen. Onder leiding van
Endstra’s broer Haico proberen de nabestaanden al twee jaar lang de erfenis te
ontrafelen.
Hans Koets, advocaat van de erven Endstra, heeft nog niet stilgestaan bij de recente
uitspraak van de Hoge Raad. ‘Nee, en ik denk ook niet dat het een lastige situatie
voor de erfgenamen oplevert. Zoals het er nu naar uitziet, is er meer geld uitgegaan
dan ingegaan.’ Endstra, van wie inmiddels duidelijk is dat hij miljoenen heeft
beheerd voor de top van de Nederlandse onderwereld, werd naar eigen zeggen
afgeperst. Hij zou alleen al aan Heineken-ontvoerder Willem Holleeder ruim zeventien
miljoen euro hebben moeten betalen. Dat geld is weg en of de erfgenamen het ooit
zullen terugzien, is nog maar de vraag. Wel legden de nabestaanden vorige week
beslag op bezittingen van Jan-Dirk Paarlberg. Deze oud-zakenpartner van Endstra zou
de zeventien miljoen euro via ingewikkelde buitenlandroutes hebben doorgesluisd naar
Holleeder.
Een raadgever van de erven Endstra zegt dat justitie of de fiscus sowieso niet zo
snel met een claim zal komen. ‘De familie heeft sinds de moord op Willem volledige
medewerking gegeven en de boeken opengesteld. Vanwege die houding zal justitie zich
waarschijnlijk coulant opstellen.’
Gekke toestanden
Joost Rammelt, de raadsman van de moeder van Michael Vane, denkt dat de uitspraak
van de Hoge Raad slechts een schot voor de boeg is. ‘Het worden gekke toestanden bij
de notaris. Wanneer spreek je van besmet geld? Stel, iemand heeft een kapitaal onder
zijn hoofdkussen bijeengespaard. Het geld heeft nooit op een bank gestaan, maar
duikt ineens op in een erfenis. Hoe kun je dan weten waar het vandaan komt?’ Zijn
confrère André Beckers vraagt zich hetzelfde af. ‘De notaris moet als het ware om te
beginnen openbare bronnen gaan raadplegen om te kijken of er een vermoeden is van
een besmette erfenis. En wat nu als maar een deel van de erfenis besmet is? Welk
geld mag je dan houden?’
Het zijn vragen die in de praktijk lastig te beantwoorden zullen zijn. Ook Hans
Koets weet niet welk deel van de Endstra-erfenis besmet zou kunnen zijn. ‘Het is
volstrekt onbekend hoeveel geld van criminelen door Endstra is belegd. Vijfentwintig
miljoen? Vijftig? Vijfenzeventig? We weten het niet,’ laat de advocaat vanuit
Zwitserland weten. Zit hij daarom misschien in het Alpenland? Endstra pochte graag
dat hij kluizen vol geld had in Zwitserland. Koets reageert lachend: ‘Nee, dat
vraagt iedereen. Maar ik ben hier niet op zoek naar dozen met zwart geld.’
Het is onwaarschijnlijk dat de erven Endstra ooit zullen worden vervolgd. Zeker is
dat, ongeacht de uitspraak van de Hoge Raad, er nog heel wat proefprocessen zullen
moeten worden gevoerd voordat de overheid weet hoe criminelen postuum te plukken
zijn.