'Paarlberg verdachte in zaak Holleeder'

Jan-Dirk Paarlberg, mede-eigenaar van de Oyster Group, geldt als verdachte in het onderzoek naar de criminele organisatie rond ex-Heineken ontvoerder Willem Holleeder. Al enige tijd ging zijn naam rond in de zaak Holleeder. Onder de Oyster Group vallen ondermeer restaurant Tante Koosje in Loenen aan de Vecht en Hotel 717 in Amsterdam.

Zibb.nl, 13 april 2006


Door Richard Kok

De verwevenheid tussen zware onderwereld en vermogende bovenwereld in de zaak-Holleeder begint zich met de formele verdenking jegens twee zakenlieden scherper af te tekenen. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft de aanklacht tegen de verdachten in de zaak-Holleeder c.s. uitgebreid met het witwassen van door afpersingspraktijken verworven geld, aldus het landelijk parket van het OM woensdag.

Woensdag werd tevens bekend dat de vastgoedbaronnen en zakenpartners David B. en Jan-Dirk Paarlberg als verdachten gelden in het onderzoek naar de criminele organisatie rond Willem Holleeder. Dit hebben betrouwbare bronnen bevestigd. Het Openbaar Ministerie (OM) doet hier geen mededelingen over.

Het kantoor van B. werd op de dag van de arrestatie van Holleeder doorzocht door de FIOD-ECD. Naar Paarlberg loopt vanuit het Amsterdamse OM al langer een strafrechtelijk onderzoek wegens het witwassen van crimineel geld en valsheid in geschrift. Paarlbergs advocaat, G. Meijers, zei dinsdag niet op de hoogte te zijn van enige verdenking in de zaak-Holleeder. ‘Mijn cliënt noch ik hebben iets van die strekking van politie of justitie vernomen.’

De raadsman van B., C. Raymakers, gaf woensdag een schriftelijke verklaring uit. Dat justitie David B. als verdachte zou hebben aangemerkt ‘wordt door cliënt ver van zich geworpen’, aldus het summiere stuk. ‘Een dergelijke verdachtmaking kan naar de volle overtuiging van cliënt slechts berusten op onjuiste verklaringen of een onjuiste interpretatie van feiten, hetgeen vervolgonderzoek zal uitwijzen.’

Van verwevenheid tussen onder- en bovenwereld in het dossier-Holleeder bleek al eerder toen bekend werd dat de justitiële stukken privé-informatie bevatten over Holleeders advocaat A. Moszkowicz. In de kern kwam die informatie erop neer dat raadsman en cliënt een meer dan strikt zakelijke relatie zouden hebben. Zowel Moszkowicz als de deken van de Orde van Advocaten hebben vergeefs verzocht het dossier op dit punt te schonen.

Woensdag verlengde de raadkamer van de rechtbank in Haarlem het voorarrest van Holleeder en zes medeverdachten met nog eens dertig dagen. De groep verdachten zit sinds 30 januari vast. Behalve van het witwassen worden zij beschuldigd van het afpersen van een aantal zakenlieden, meest vastgoedhandelaren. Onder hen ook Willem Endstra, die in mei 2004 voor zijn kantoor aan de Amsterdamse Apollolaan werd doodgeschoten.

Voorafgaand aan zijn dood voerde Endstra in het diepste geheim een reeks gesprekken met rechercheurs van de Crimininele Inlichtingen Eenheid (CIE) van de Amsterdamse politie. Daarin maakte hij gewag van de veelkoppige, criminele activiteiten van Holleeder.

Grote delen van de inhoud van deze gesprekken zijn via de media inmiddels bekend geworden. Endstra heeft zijn gesprekspartners onder meer gezegd dat Holleeder de voorbije jaren achter zo'n 25 liquidaties heeft gezeten. Hij zou ook verantwoordelijk zijn geweest voor de moord op Cor van Hout, in januari 2003.