Meeste verdachten zijn rijk en zaten eerder vast
Wie was in de nacht van zondag op maandag de vermogendste arrestant? Misschien Holleeder, maar het zou ook Jan Dirk Paarlberg kunnen zijn. De vermogende vastgoedhandelaar zal zijn kasteel Bolestein in Maarssen voorlopig even niet zien.
Volkskrant, 31 januari 2006
Paarlberg, die zijn loopbaan begon als investment banker in Londen, was volgens de Quote-lijst van 2003 goed voor een vermogen van 275 miljoen euro. Dat kapitaal is zonder twijfel sterk geslonken. Sinds zijn eerste aanhouding in 2004, ook in verband met de afpersingsaffaire, hebben voormalige zakenpartners hun handen van hem afgetrokken.
Bij justitie bestaat het vermoeden dat Paarlberg de afpersingspraktijken van Holleeder heeft gefaciliteerd. Via zijn complexe vennootschapsstructuren zou bijvoorbeeld geld van Endstra naar diens afperser zijn gevloeid.
De ondernemer is ook bekend door zijn voormalige vriendschap met Neelie Kroes, de huidige Europees commissaris voor mededinging. Die hield kantoor op zijn kasteel en deed zaken met hem, maar nam de benen toen hij werd aangehouden.
Paarlberg deed in 1997 de Seaport Marina, de jachthaven in IJmuiden, over aan Endstra. In datzelfde jaar verkocht hij ook een aandeel in een vastgoedonderneming aan Endstra.
Een groot pakket panden in de Amsterdamse P.C. Hooftstraat heeft hij weer van de hand gedaan. Zijn voormalige zakenpartner David B., die na de arrestatie van zijn leermeester voor zichzelf begon, kreeg maandag ook bezoek van justitie. Zijn kantoor aan de Apollolaan in Amsterdam werd doorzocht.
Van een heel ander kaliber is de Bosnische Nederlander Paja M. Deze breedgeschouderde Hagenaar begon zijn loopbaan in de misdaad als balletje-balletje-speler op de Amsterdamse Wallen. Bij dit verboden spel werden voorbijgangers voor grote bedragen opgelicht.
Paja M. werd in 2001 veroordeeld tot negen maanden cel vanwege verboden wapenbezit. De aanklacht was zwaarder, maar bleek niet bewijsbaar. Hij zou een precisiewapen hebben geleverd aan de man die in 2000 een mislukte aanslag pleegde op Cor van Hout. De opdrachtgever was volgens justitie John Mieremet, die Van Hout verantwoordelijk had gesteld voor een aanslag op zijn leven.
Op de vraag waarom hij met gewapende lijfwachten rondliep, antwoorde Paja M.: ‘Ik had ze bij me, omdat ik vreesde voor een aanslag van Jotcha. Die had al eens eerder geprobeerd me te liquideren.’
De Joegoslavische topcrimineel Sreten (‘Jotcha’) J. wordt door justitie beschouwd als criminele tegenspeler van Holleeder in de Amsterdamse gangsteroorlog die de laatste jaren vele levens eiste.