Sfinx
Tot juni vorig jaar was Jan-Dirk Paarlberg een onkreukbare vastgoedman. Toen viel justitie bij hem binnen. Nu doen de banken moeilijk.
Quote, 31 juli 2005
Door Edward Deiters en Jort Kelder
Jan-Dirk Paarlberg houdt een vlam bij een Davidoff-sprietje, neemt een slok water en kijkt vragend. Hij houdt niet van publiciteit. 'Alles wordt telkens maar opgerakeld. Ik wil hier gewoon vanaf en weer verder.' Dat lijkt minder eenvoudig dan hij het voordoet. Het is inmiddels een jaar geleden dat hij een telefoontje kreeg van de Amsterdamse politie. Of hij zich op het bureau Elandsgracht wilde melden om eens te komen praten. 'Ik dacht dat ik 's avonds gewoon weer naar huis zou kunnen gaan. Dat ze me wilden houden, kwam echt als een shock. Ronduit belachelijk.'
Paarlberg beleefde het driedaagse verblijf in de politiecel als een roes. 'Bizar, je realiseert je niet wat er gebeurt en vooral niet wat voor een impact dat later nog zal hebben. Mijn chauffeur bracht me schone kleding en wat boeken, dus ik heb maar wat gelezen.' Even is er een vage glimlach. 'Of ik mijn veters uit mijn schoenen moest doen? Nee hoor, ik droeg instappers.' Vervolgens bloedserieus, wijzend op zijn glimmende zwarte schoenen met klassiek koperen gesp. 'Ik draag eigenlijk meestal instappers.'
Negatieve energie
Over de verhoren wil Paarlberg bijna niets kwijt en ook justitie zwijgt als het graf. Het ligt voor de hand dat de vragen van de dienders vooral betrekking hebben op de zaken die hij in het verleden deed met zijn geliquideerde vastgoedcollega Willem Endstra. De speurders wroeten vooral in Paarlbergs betrokkenheid bij de IJmuidense jachthaven Seaport Marina, waarin hij midden jaren negentig samen met de vermoorde vastgoedbaron deelnam. 'Zij vonden het vreemd dat mijn belang in een Antilliaantje zat. Dat hebben talloze Nederlandse multinationals ook, maar bij particulieren wekt dat kennelijk argwaan. Ik betaal hier keurig vennootschapsbelasting, maar ben zelf geen Nederlands ingezetene. Ik val niet onder het Nederlands belastingregime en heb daarom al mijn holdings op de Antillen zitten. Ik denk dat ze bij justitie mijn wereld niet begrijpen.'
Inmiddels is het een jaar later en wacht hij nog steeds op 'dat briefje' van justitie waarin zou moeten staan dat er niets met hem aan de hand is. 'Er is nog steeds geen aanklacht, geen verdenking, niets. Mijn advocaat heeft een kortgeding aangespannen om te zorgen dat ze duidelijkheid verschaffen.' Veel hielp het niet. 'Het antwoord van de officier van justitie luidde dat hij in het kader van het onderzoek niets van zijn dossier wilde prijsgeven.'
Na het bericht van zijn aanhouding en de foto in de krant van Paarlberg met een balkje voor de ogen, hebben zijn banken voor grote ingewikkelde financieringen de zaken on hold gezet. 'Mijn lopende zaken gaan gewoon door', zegt Paarlberg. 'Gelukkig heb ik een goede relatie met mijn bankiers. Maar ik had een publieke overname willen doen, een fonds van de beurs willen halen. Dat ketste dus wel af op de financiering.' Of en hoeveel schade hij heeft geleden wil hij niet kwijt. Het idee van een schadeclaim vindt hij belachelijk. 'Het afgelopen jaar is met geen geld goed te maken. Maar in zoiets wil je toch geen tien jaar negatieve energie in steken? Kijk naar wat er met Joep van den Nieuwenhuyzen en zijn Begaclaim is gebeurd. Nee, ik wil dit achter me laten. Zo snel mogelijk.'
Antiek
Een normaal mens zou emotioneel worden, misschien zelfs woedend zijn. Paarlberg niet. Althans, uiterlijk niet. Zijn toon blijft dezelfde. Rustig, bijna vlak. Ook van zijn gezicht is geen emotie af te lezen. Een constant tussen duim en wijsvinger ronddraaiend leesbrilletje met dun gouden montuur is het enige dat een lichte spanning verraadt. Maar Jan-Dirk Take Paarlberg (48) is dan ook geen normaal mens. De vastgoedportefeuille die hij via de Merwede Group en dochtermaatschappijen beheert, heeft een geschatte waarde van bijna drie miljard euro. Persoonlijk is hij goed voor een geschat vermogen van 275 miljoen euro. 'Mijn bedrijven zijn best omvangrijk', klinkt het met Brits gevoel voor understatement. Meer wil hij er niet over kwijt.
In New York heeft hij een appartement in het Dakota Building, waar John Lennon in 1980 op de stoep de dood vond. Zijn buurvrouw is nog steeds Yoko Ono. 'Goeiedag zeggen doet ze meestal niet, maar het is er prachtig, ik kijk zo Central Park in.' Naar zijn huis in Portugal gaat hij vooral om 'de rust, de sympathieke mensen, de heerlijke gegrilde vis en de kip piri piri.' In Londen waar hij officieel huist, woont hij in de chique wijk St. Johns Wood en dan heeft hij ook nog huizen in St. Tropez en op Curacao: 'Dat laatste trekt me helemaal niet, dus dat heb ik verhuurd.'
Nu zit hij in een van de stijlkamers van zijn Maarssense kantoorkasteel Bolenstein te midden van grote hoeveelheden antiek. Het is zijn grote trots. Paarlberg kocht het rijksmonument, een van de weinige overgebleven Nederlandse Ridderhofsteden, in 1999 voor een bedrag van rond de acht miljoen gulden van filmproducent Matthijs van Heijningen. Paarlberg: 'Het leek wel een soort mini-Versailles.' Voor eenzelfde bedrag liet hij het opknappen. Een paar jaar, en heel veel stuc-, schilder- en restauratiewerk later, ziet Bolenstein er onberispelijk uit. De verf op het pand lijkt gepenseeld en de haagjes staan erbij alsof ze zijn bijgeknipt met een nagelschaartje. In een van de grote garages staat onder meer een bordeauxrode Aston Martin Vanquish met het Britse kenteken V12 JDP. Ook de wat saaiere BMW 7-serie, zijn werkauto, glimt of hij net door de wasstraat is gereden.
Binnen is alles al even smetteloos: gepoetste koperen lichtknoppen, glimmende marmeren vloeren en haarfijn geschilderd houtwerk. Aan de muren hangt voor vele miljoenen aan kunst: de collectie Bolenstein. Veel Van Dongen, Appel en zelfs een Picasso. Alles onderworpen aan een zorgvuldige stilering. Op een antiek tafeltje liggen schijnbaar achteloos neergelegde handgeschreven brieven uit een lang vervlogen eeuw en op de wc zijn de rollen zelfs in een hotelpuntje gevouwen. De heer des huizes, in perfect gesneden Borrelli, past uitstekend in zijn eigen decor. Wanneer hij de huistelefoon oppakt om zijn bediende te bellen, is er weer die rustige, vriendelijke, vanzelfsprekende toon. 'Dag Lucien, met Jan-Dirk, kun je alsjeblieft nog een paar drankjes brengen, dankjewel, da-hag.'
Nare buurt
Het interieur, zijn manier van doen en het zalvende stemgeluid passen niet bij zijn afkomst. Paarlberg is geboren Amsterdammer, zijn grootvader was handelaar in groenten en fruit, zijn vader groothandelaar in aardappelen op de Centrale Markt. Zijn jeugd schetst hij - voorzichtig - als 'moeizaam'. Een slim jongetje, dat op de middelbare school een klas overslaat, maar ook veel spijbelt. 'Ik verveelde me.' Liever was hij aan het ondernemen.
Op zijn veertiende begint hij een bibliotheek voor stripboeken. Hij struint het Waterlooplein en uitgeverijen af op zoek naar goede tweedehandsjes en start met een gemeentesubsidie in een garage met het uitlenen van strips. 'Dat liep al snel uit de hand. Wilden ze ineens een boekhouding zien, terwijl alles zo in mijn zak ging. In dat gedoe had ik geen zin, toen heb ik de boel verkocht aan twee vrienden.'
Net zeventien koopt hij met van zijn oma geleend geld zijn eerste pandje. 'Dat was op de Leidsekruisstraat. Architectuur en panden interesseerden me altijd al. Mijn oma bezat ook wat onroerend goed en sprak daar vaak over. Vond ik prachtig. Het liefst was ik architect geworden.' Toch trekt hij, diploma op zak, de wijde wereld in. 'Ik was zeventien, had een ticket van IcelandAir naar New York, een koffer met wat kleren en een beetje geld.' Hij neemt zijn intrek in een goedkoop hotelletje vlakbij Times Square. 'Dat was toen nog een heel nare buurt.' Vandaaruit belt hij allerlei banken of ze een baantje voor hem hebben. Uiteindelijk kan hij bij investment bank Bear Stearns aan de slag als jongste bediende. 'Het is geen romantisch verhaal, het waren voornamelijk de rotklusjes die ik moest opknappen. Telexen versturen en post rondbrengen, dat soort dingen. Ik was veel te jong om op te klimmen, maar wat wel mooi was, was dat ze me in de gelegenheid stelden om te studeren.'
Paarlberg houdt in New York drie jaar zijn ogen goed open en keert dan terug naar Nederland. Hier gaat hij weer aan de slag voor Bear Stearns, maar stapt al snel over naar Rabobank. 'Ik was 21 en mocht helpen de afdeling emissies en syndicaten op te zetten.' Het bevalt hem, al is het hem niet internationaal genoeg. 'In Londen gebeurde het.' Met zijn hand tekent hij een steile groeicurve. 'Daar kwamen ze constant met allerlei nieuwe spannende bankproducten, dingen die je in Nederland en op school niet leerde.' Het is in Londen dat hij in razend tempo de City-ladder beklimt. Van de European Banking Company naar J. Henry Schroder Wagg & Co. om vandaar te switchen naar Salomon Brothers, waar hij, amper 26, het non-dollar emissiebedrijf mag opzetten. 'We begonnen met een man of zestig. Zes jaar later, toen ik vertrok, waren dat er veertienhonderd. Ik heb die hele afdeling vanuit het niets opgebouwd.'
Dankzij de enorme winsten die de jonge Paarlberg in de jaren tachtig voor het bedrijf binnensleept, verdient hij een topsalaris en extravagante bonussen. Hij wordt er rijk. Zijn dure ponden investeert hij voornamelijk in dan nog goedkoop Nederlands onroerend goed. 'Het was keihard werken, zeven uur 's morgens beginnen en 's avonds laat naar huis. Al die verhalen over wilde bankiers in de City, de kroegen, veel borrelen en lang lunchen met drank. Nou, ik heb het niet gezien. Als wij lunchten, deden we dat met water. Anders kon je 's middags niets meer doen.' Op zijn 32ste behoort Paarlberg al tot de senioren. 'Er kwamen nooit oudere mensen bij, alleen jongere.'
Nadat hij eens drie dagen onafgebroken heeft gewerkt aan een deal, gaat het mis. 'Slapen deed ik af en toe een uurtje tussendoor op de bank in mijn kantoor. Ik had een blaasontsteking die doorsloeg naar mijn nieren en belandde een week in het ziekenhuis. Ik had mezelf lichamelijk uitgeput en verwaarloosd. Daar heb ik eens goed nagedacht. Het werd tijd om voor mezelf te beginnen.'
Wankele start
En zo maakt de jonge bankier een wonderlijke career move. Met de zak in Londen verdiend geld kan hij alle kanten op. (Na enig aandringen noemt Paarlberg een bedrag van 'ergens boven de twintig miljoen gulden'.) Via Bob Meijer, een zakelijke kennis, ontfermt hij zich over de wrakstukken van het kwakkelende buitenreclamebedrijf Mediamax. In 1990 koopt hij eigenaar Meijer voor het symbolische bedrag van een gulden uit. 'Een grappige deal', zegt Paarlberg. 'Want er zat ook nog een banklening van 19,5 miljoen bij. Het bedrijf was technisch failliet en ik had de verplichting om meteen zeven miljoen gulden te storten om de schulden over te nemen. Maar ik had in het buitenland goed rondgekeken en zag grote mogelijkheden.'
Toch blijkt het allemaal minder mooi dan gedacht. De man van wie Bob Meijer een paar jaar eerder Mediamax had overgenomen, was volgens Paarlberg 'een onmogelijke figuur'. Deze Jaap Talsma was eigenaar van een aantal Ford-garages en wordt in 1993 in zijn Lincoln Town Car op de A2 geliquideerd. Paarlberg: 'Ze zeggen dat hij auto's had geleast aan Joegoslavische criminelen.' Vervolgens droog: 'Misschien is hij daar wel om zijn geld gaan vragen.'
Nadat de ex-bankier de cijfers nog eens op een rijtje heeft gezet, blijkt dat Talsma een gat van acht miljoen gulden in de boekhouding heeft achtergelaten. 'Ik moest in totaal vijftien miljoen gulden in Mediamax stoppen. Vervolgens heb ik flink het mes in het bedrijf gezet. Het heeft me drie jaar gekost om het weer in de zwarte cijfers te krijgen. En er waren echt momenten dat ik dacht dat het niet ging lukken. Ik heb een paar keer panden moeten verkopen om bij te spijkeren.'
Ondanks de wankele start is Mediamax tien jaar later een van de grootste spelers op de Nederlandse markt voor buitenreclame. Paarlberg heeft in een serie handige deals de vergunningen gekregen voor billboards in de grote steden. 'We verdienden goed. Maar er zat geen groei meer in.' In 2000 verkoopt hij Mediamax aan het Amerikaanse Viacom. 'Hebben jullie 340 miljoen gehoord? Uh, het was drie keer zoveel, ja, nou, ik weet het niet meer precies. Maar het was een leuke deal, ja.'
Weer die bescheidenheid, de bijna zalvende toon. Het is zijn handelsmerk. Een voormalige zakenrelatie: 'Hij is heel intelligent, maar toch een gevoelsmens. Ergens een heel zachte man, maar zijn hersens zijn dat niet. Zakelijk profileert hij zich het liefst als de grote outsider.' En vastgoedcollega Richard Homburg: 'Hij heeft iets aristocratisch. Geef hem grijs haar en hij lijkt op Blake Carrington.'
Gelegenheidskwartet
Wie je de vraag ook voorlegt, het antwoord is altijd hetzelfde. Jan-Dirk Paarlberg is anders: altijd beheerst, netjes, een perfectionist, iemand van de details. En iemand van wie je moeilijk hoogte krijgt. Zelfs David Beesemer, negen jaar lang Paarlbergs rechterhand, omschrijft zijn voormalige baas als 'een sfinxachtig persoon die moeilijk te lezen is'.
Zelf gooit Paarlberg zijn ietwat geheimzinnige uitstraling op het feit dat hij het liefst op de achtergrond opereert. 'En misschien komt het doordat ik jarenlang bankier was, een soort beroepsdeformatie. Je moet dan vaak dingen onder je houden. Wanneer we bij Salomon Brothers een obligatielening uitgaven, waren we daar al snel vier of vijf weken mee bezig. Daar mocht absoluut niets over naar buiten komen.' Hij pauzeert even, vouwt zijn lippen in een flauwe glimlach en zegt dan op zijn gebruikelijke, haast aarzelende toon: 'Maar het kan ook mijn verlegenheid zijn.'
Die karaktertrek lijkt moeilijk te rijmen met het vastgoedwereldje waarin Paarlberg de afgelopen tien jaar is opgeklommen tot een van de grootste particuliere vastgoedbeleggers van ons land. En nog moeilijker met een aantal mensen met wie hij midden jaren negentig een aantal grote klappers maakt. De beruchte Willem Endstra, de snelle Klaas Hummel en de minder bekende Johnny Wijsmuller. Vanuit een kantoortje aan de hoofdstedelijke Stadionweg koopt dit trio met grote snelheid hele stukken Nederland, om ze zo snel mogelijk tegen maximale winsten weer door te schuiven. Paarlberg is op dat moment nog bezig zijn Mediamax uit te bouwen tot een grote speler in de buitenreclame. Nooit vies van een mooie deal, stapt hij enkele keren in bij het Stadionweg-trio. Volgens Hummel is Paarlberg daarbij meestal de man op de achtergrond. 'Jan-Dirk droeg keurig het risico, investeerde mee, maar had niet echt een dragende rol in de deals. Geen stuwende kracht, zeg maar. Hij legde in en kwam weer
langs als iets verkocht was. Bij het incasseren ging het bij hem tot op de komma. Of we er niet meer voor hadden kunnen krijgen, wilde hij dan weten. Of waarom er een bepaald bedrag aan kosten was gemaakt en of dat niet lager had gekund. Soms zeurde hij overdreven lang door over bepaalde details. Maar het is iemand met een vlijmscherp commercieel instinct.'
Het gelegenheidskwartet verdient goed. Paarlberg stapt met Endstra in de jachthaven van IJmuiden en met Klaas Hummel schuift hij onder meer winkelcentrum Kraaiennest in de Bijlmer door. 'Een mooie deal', zegt Hummel. 'Ik had dat gekocht voor vijf keer de jaarhuur. Normaal was zo'n ding in die tijd 15,5 keer de jaarhuur. Jan-Dirk wilde wel meedoen. Sterker nog, hij wist ook wel een koper, en kwam meteen zijn woord na. We hebben dat toen verkocht voor zeven keer de jaarhuur. Van het een kwam het ander. Dat ging van 120 woningen in Utrecht tot een kantoorpand in Leeuwarden. Ook die wisten we te slijten. Omdat de samenwerking klikte, hebben we toen midden jaren negentig met z'n vieren de vennootschap Bosch en Duin opgericht. Korte tijd later konden we allemaal panden in Amsterdam-Zuid en de Rivierenbuurt kopen, die hebben we toen samen uitgepond.'
Hobby
Toch handelt Paarlberg liever voor eigen rekening. Meestal stuurt hij dan zijn rechterhand David Beesemer op pad, een wakkere jonge jurist die hij in 1995 wegplukt bij Westland Utrecht Hypotheekbank. Paarlberg is de man in de coulissen. Hij koopt in 1996 de Euromast, lijft later in de Maasstad hele stukken van de exclusieve Lijnbaan in en herhaalt dat in Amsterdam met de PC Hooftstraat, waar hij met ruim 25 panden de grootste winkeleigenaar wordt. 'Het was daar een beetje een ratjetoe. Ik had gezien hoe de Parijse Rue du Faubourg Saint-Honore en de Londense Bondstreet chique modestraten werden. In de PC hebben wij dat een beetje bijgestuurd door bepaalde huurders uit te kopen en betere te zoeken. Nu heeft de PC een internationale allure, dus dat is aardig gelukt.'
Onlangs deed Paarlberg voor ruim vijftien miljoen euro drie panden van de hand. 'De prijs die ik kreeg was een historisch hoogtepunt. De verkoop was een simpel bewijs van goed en weloverwogen koopmanschap.'
In 1992 legt hij met de aankoop van restaurant Het Jagershuis in Ouderkerk aan de Amstel de basis voor een nieuwe hobby: de horeca. 'Ik wilde een ontmoetingsplaats maken voor de mediawereld.' Hij richt er dochtermaatschappij Oyster Group voor op, die al snel een vergaarbak van restaurants wordt. Onder meer in de buurt van Bolenstein slaat hij toe en koopt er de restaurants La Passione en Groot Paardenburg in Ouderkerk aan de Amstel, Tante Koosje in Loenen aan de Vecht en de Kloosterhoeve in Harmelen.
Het bleek allemaal wat veel en lastig. 'Horeca heeft enorm veel aandacht nodig, daarom hebben we de exploitatie afgestoten. Het begon wat uit de hand te lopen. Nu is alleen het onroerend goed nog van mij.' Op een uitzondering na: het luxe guesthouse Seven One Seven aan de Amsterdamse Prinsengracht; dat houdt hij zelf in de hand. 'Zo leuk, heel klein, negen suites. Daar ben ik bij toeval tegenaangelopen'. Heel even wordt hij breekbaar. Hij praat er graag over, zulke veroveringen.
Smoes
Minder graag heeft hij het over Endstra, justitie en de onzekerheid die hem nu al een jaar boven het hoofd hangt. 'Ik heb al zo lang geleden met hem gebroken. Iemand uit het vastgoed gaf me een vriendelijke waarschuwing, vertelde me wat over Wims achtergrond. Dat ging onder meer over die xtc-zaak waar hij een paar jaar eerder bij betrokken was. Toen zat ik al met hem in de Seaport Marina in IJmuiden. In dat laatste stadium zag ik er allerlei figuren omheen hangen die ik niet echt mijn bloedgroep vond. Zowel snelle vastgoedhandelaren, doorschuivers, als andere meer onderwereldse types. Ik heb wat dat betreft nooit begrepen wat Wim bewoog.'
Met een smoes manoeuvreert Paarlberg zich uit de samenwerking. 'Ik had twee jaar met hem in die haven gezeten en het was een mooi project, maar ik wilde eruit en ook uit Bosch en Duin. Toen heb ik gezegd: Wim, ik heb geld nodig voor Mediamax. Ik had een achtergestelde lening aan die haven van tien of twaalf miljoen gulden, die heeft hij van me overgenomen. Dat was allemaal niet eenvoudig. Ik was de eerste die met hem brak en dat vond hij niet leuk. Na nogal wat gedoe heeft hij me uit die Bosch en Duin-vennootschap gekocht en ook in de haven heeft hij mijn aandelen overgenomen. Voor te weinig, ja. Het heeft mij zeker anderhalf miljoen gekost en ik heb er zo'n zeven miljoen winst laten liggen.'
Timing
Gemakkelijk is het allemaal niet. Na een bezoekje van justitie van onkreukbaar naar besmet. Het afgelopen jaar sloeg de geplaagde vastgoedman met enige regelmaat de krant open om naar eigen zeggen zijn 'hart door de grond te voelen zakken'. In talloze artikelen over de schimmige entourage rond Endstra, waar afpersing en liquidaties tot de dagelijkse routine behoorden, viel Paarlbergs naam.
'Alles wat ze geschreven hebben', verbijt Paarlberg zich, 'is aperte onzin.'
En toen was er ineens ook het bericht over Beesemers vertrek, officieel 'om voor zichzelf te beginnen'. Beesemer: 'Jan-Dirk was toch altijd de baas en na tien jaar, en bijna veertig jaar oud, wilde ik wel eens helemaal alleen, zonder verantwoording af te leggen.' Een beetje toevallig was het wel, geeft Beesemer toe. 'Mogelijk heeft de soms tendentieuze berichtgeving van het afgelopen jaar mijn beslissing wel wat versneld.' Ook Paarlbergs vriendin Neelie Kroes zag haar naam, net nu haar kandidatuur voor de Europese Commissie speelde, samen met die van Paarlberg in de krant verschijnen. Nog dezelfde dag pakte de politica haar dozen en verliet als een dief in de nacht het om niet ter beschikking gestelde kasteelkantoor. 'Tja, dan leer je je echte vrienden wel kennen', peinst Paarlberg en mompelt iets over het Arabische gezegde 'kus op de mond, dolk in je rug'. 'Nou ja, ik heb helemaal geen zakenvrienden, maar ze was al zeven jaar een goeie vriendin. Dacht ik.'
Over zijn voormalige protege Beesemer praat hij uiterst behoedzaam. Al was het maar omdat Beesemer nog uit de Merwede Group gekocht moet worden. 'Het vertrek van David was heel erg, ja. Het moest een keer gebeuren, maar zijn timing is wat ongelukkig.' Over de kortgerokte eurocommissaris is hij duidelijker: 'Ze is weggegaan zonder ook maar iets te zeggen. Ik vond dat niet chic. Nu probeert ze weer contact te maken, maar ik hoef die vrouw niet meer te zien.'
Transparanter
En dan gonsde het in de vastgoedwereld ook nog van de geruchten dat Paarlberg veel geld zou hebben verloren aan het in 2002 samen met Lehman Brothers gekochte vastgoedfonds Uni-Invest. Paarlberg verwijst de suggestie resoluut naar het rijk der fabelen. 'We hebben een goed jaar gehad en ook dit jaar wordt goed. In elke portefeuille met zo'n omvang heb je rijp en groen. Maar neem dingen als de Magna Plaza. Dat is toch prachtig? Als ze in het vastgoedwereldje roepen dat het geen goede deal is, is dat kinnesinne. Ze moeten de balansen van Uni-Invest Holding maar eens goed bekijken.'
Hij heeft ervan genoten vertelt hij. 'Die deal was financieel zeer gecompliceerd en mijn allergrootste, ik ben er een jaar mee bezig geweest. We hebben Richard Homburg 55 miljoen euro betaald voor zijn protective measures. Een jaar eerder wilde hij er van VastNed nog 155 miljoen voor, dat ging niet door. We hebben samen met Lehman Brothers 884 miljoen euro betaald. En nu hebben we een prachtig gespreide portefeuille met een waarde van twee miljard euro.' Over zijn aandeel in de Uni-Invest deal mag hij niets zeggen. 'Niet uit geheimzinnigheid, maar dat is contractueel zo vastgelegd.' Verhalen als zou Paarlberg niet meer dan een makelaar zijn geweest, ontkent hij heftig. 'Ik heb die hele deal zelf in elkaar gezet, heb er tientallen miljoenen eigen vermogen in zitten, maar natuurlijk niet het grootste percentage.'
Homburg zelf vond het achteraf gezien niet erg slim dat Paarlberg zichzelf zo op de voorgrond plaatste met de Uni-Invest-deal. 'Het kwam in de pers iets te veel over alsof Jan-Dirk en de Merwede Group de grootste investeerders in deze deal waren. Daar komt bij dat de deal was gestructureerd via de Antillen en Luxemburg. Niets aan de hand, maar misschien had dat wel wat transparanter naar buiten gebracht moeten worden. Dat soort dingen hebben misschien argwaan gewekt bij het Openbaar Ministerie.'
Ook andere lastige vragen, over de vennootschap Bergvalk IV bijvoorbeeld, pareert Paarlberg routineus. Justitie vroeg hem er ook al naar. Waarom moet iemand als hij ruim 465 duizend euro lenen aan een Endstra-vennootschap? En waarom stond het bedrag ondanks hun breuk in 1997 pas in 2002 op de balans? Paarlberg, blanco: 'Dat heeft met vroeger te maken, dat was gestort kapitaal of dividend, zoiets. Ik weet het niet meer precies. Ik heb meer dan honderd vennootschappen, dan moet je bij mijn boekhouders zijn, die hebben dat uitgezocht.'
De geruchten, een afgeketste mega-deal en het gespit in zijn doorgaans zo geordende leven. Is het allemaal nog wel leuk? De vraag ontlokt hem weer diezelfde vragende blik. En dan het bizarre voorstel: 'Waarom schrijven jullie niet over mijn zoon Max, die doet leuke dingen in Londen?' Dan herneemt de tycoon zich en deponeert zijn derde Davidoffje in de porseleinen asbak. Wederom slechts half opgerookt. 'Misschien dat ik wel een heel ander bedrijf ga opzetten. Iets waar ik me weer met hart en ziel in kan storten.' Hij twijfelt hardop of dat weer in het vastgoed zal zijn. 'Dat zal ik altijd blijven doen, maar andere zaken ook. We zijn met een, twee dingen bezig. Grote dingen, interessante bedrijven. Ik heb iets in me zitten, waardoor ik iets wil creeren, dat hou ik.'